|
|
Jean Marie De Kremer (Gent 1887-1964), alias Jean Ray, alias John Flanders maakt zijn debuut in de literaire wereld met gedichten, kortverhalen en een novelle in enkele lokale tijdschriften (De Goedendag, Almanak 't Zal Wel Gaan) alvorens binnen te treden in de Gentse revue-wereld. Hij ziet geen heil als klerk in de stedelijke administratie en besluit in 1919 de rol van kostverdiener aan Jean Ray toe te vertrouwen. Hij schrijft zijn eerste fantastische verhalen in Ciné en Le Journal de Gand, daarna in L'Ami du Livre dat hij in 1923 lanceert en waarin hij de literaire kroniek verzorgt.
In 1925 verschijnt zijn eerste verhalenbundel : Les Contes du whisky dat op lovende kritiek kan rekenen en veel succes oogst. Maar de plotse vermaardheid stijgt de 38-jarige auteur naar het hoofd en, vooral door zorgeloosheid, raakt hij verwikkeld in een financieel schandaal en wordt tot een jarenlange gevangenisstraf veroordeeld.
De zwaar aangeslagen De Kremer zet zich tussen de kille celmuren geleidelijk terug aan het werk en schrijft er enkele van zijn beste verhalen ooit. Hij weet contact te nemen met het weekblad Ons Land dat vanaf juni 1928 de eerste teksten publiceert van John Flanders, zijn nieuwe schuilnaam. Vervroegd vrijgekomen, wordt hij door het weekblad aangeworven en worden tal van "filmkens", verhalen en reportages opgenomen, onder diverse schuilnamen om de overvloed te kunnen opvangen. Een poging om Jean Ray in 1932 een nieuwe kans te geven mislukt volledig : de meesterlijke bundel La Croisière des ombres wordt door de kritiek en het publiek totaal genegeerd en de auteur ziet zich genoodzaakt volledig op John Flanders te rekenen, ook in La Revue Belge, zij het hier deels met whisky-verhalen , door Jean Ray ondertekend ! Dank zij zijn veelzijdig talent breidt de schrijver zijn afzetgebied vlug uit : dagbladen (Le Bien Public, De Dag, La Flandre Libérale), en tal van tijdschriften, waaronder Les Débats, Mon Copain, Prenez-Moi, weldra gevolgd door de Vlaamsche Filmkens, de Presto Films en Bravo ! leveren duizenden bijdragen, verhalen, kronieken, reportages, enz. De vloedgolf wordt brutaal onderbroken in mei 1940 maar dank zij de vereniging Les Auteurs Associés die de uitzonderlijke kans had om een voorraad papier te commercialiseren, kan hij tal van meesterwerken op de markt brengen : de roman Malpertuis en de verhalenbundels Le Grand Nocturne, Les Cercles de l'épouvante, La Cité de l'indicible peur, Les Derniers contes de Canterbury.
Uiteraard is de bezetting ongunstig voor verspreiding en verkoop en is de uitvoer naar Frankrijk onmogelijk ; in de naoorlogse euforie gaat ook veel werk van eigen bodem teloor, ten gunste van nieuwe genres die uit Amerika overkomen : de speurdersroman en de sf, naast de opgang van de strip.
Onvermoeibaar zet de - nu 60-jarige ! - Ray/Flanders zich aan het werk om nieuwe lezerskringen te veroveren zowel met oorspronkelijk als met vooroorlogs werk dat in tientallen jeugd- en andere tijdschriften verspreid wordt, waaronder Zonneland/Petits Belges, Mickey Magazine, Kuifje/Tintin, 't Kapoentje/Le Petit Luron, Ons Volkse/Junior, Ons Zondagsblad, Averbode's Weekblad, La Semaine, Samedi, Ons Volk, Overal, Tout, Taptoe, De Spectator, Chez Nous, Golf, Audace, Atlanta, Cassandre, Les Cahiers de la Biloque, enz. enz. In Frankrijk laten Mystère Magazine en Fiction toe Jean Ray te (her-)ontdekken, wat Marabout aanzet om, met groot succes, zijn "klassieke" werken opnieuw uit te geven, alsook de totaal vergeten Aventures de Harry Dickson die hij in de jaren 30 anoniem had uitgebracht.
Zo kan Raymond De Kremer tijdens de 4 laatste jaren van zijn leven dan toch genieten van de publieke waardering waarop hij sinds 1926 niet meer hoopte : interviews, reportages, signeren van werk, huldebetoon vallen de oude man - eindelijk - te beurt, ten minste voor wat Jean Ray betreft, want in Vlaanderen blijft John Flanders verankerd als (louter) schrijver voor de jeugd, al werden meerdere van zijn beste fantastische verhalen oorspronkelijk in het Nederlands opgesteld.
In totaal schreef Jean Ray/John Flanders 1.500 verhalen, novellen en romans, waarvan 2/3 in het Nederlands, naast circa 4.800 reportages, kronieken, gedichten, film- en boekkritiek, en tal van andere bijdragen. Een overgroot gedeelte van dit patrimonium werd anoniem of onder tal van schuilnamen uitgebracht, zodat het voor de Vriendenkring sinds ruim 30jaar een onafgebroken speurwerk is geworden om de gigantische puzzel samen te stellen en, zo mogelijk, uit te geven.
(een gedetailleerde biografie is beschikbaar bij de Vriendenkring Jean Ray)
|
|
|